Voor de wedstrijd:
- Bereid ik de wedstrijd voor (maak een wisselschema).
- Maak ik kennis met de coach(es)/leider(s) van de tegenpartij en de spelbegeleider/pupillen scheidsrechter (JO11).
- Houd ik een korte voorbespreking.
- Doe ik korte warming-up spelletjes met de bal.
- Laat ik mijn spelers handen schudden met de tegenstander en spelbegeleider/pupillen scheidsrechter (JO11).
Tijdens de wedstrijd:
- Sta ik met de wisselspelers aan de lange zijde van het veld (tegenover de ouders).
- Zorg ik dat mijn spelers evenveel spelen.
- Laat ik mijn spelers op verschillende posities spelen.
- Moedig ik mijn spelers positief aan.
- Laat ik de spelers zelf keuzes maken.
- Geef ik individuele aandacht aan mijn spelers.
- Vraag ik aan mijn spelers tijdens de time-out en in de rust wat goed is gegaan en bespreek ik samen met mijn spelers wat nog beter kan.
Na de wedstrijd:
- Laat ik mijn spelers penalty’s nemen.
- Bedank ik samen met mijn spelers de tegenstander en spelbegeleider/pupillen scheidsrechter (JO11).
- Blik ik met mijn spelers kort terug op de wedstrijd.
- Geef ik individuele aandacht aan al mijn spelers.
- Sluit ik positief af!